Dorp op zich
De burcht was een dorp op zich, omringd door muren en een gracht. Op de voorburcht woonde het vaste personeel, waaronder de stalknecht, de visser, de brouwer en de bakker, de smid en de timmerman.
Hier werden ook de voorraden voor het kasteel opgeslagen, zoals turf, meel en rogge en stonden er stallen voor de vele paarden.
De burcht was goed verdedigbaar en heeft gefunctioneerd tot aan het einde van de zestiende eeuw. Hij werd nadien afgebroken.
In 1778 werd de overgebleven ruïne met de grond gelijk gemaakt en de bijna twee miljoen bakstenen verkocht.